Welke stappen zijn er mogelijk voor het aanpassen van het gedrag voor het vergroten van het eigen geluk. Positieve psychologie is gericht op het ontwikkelen van een optimaal functioneren en hierbij hoort de persoonlijke ontwikkeling (Bohlmeijer et al., 2013). Voor persoonlijke ontwikkeling is het hebben van doelen in je leven van belang, maar dan wel de juiste doelen. Dit komt ook overeen met de eudaimonistische kant van geluk, namelijk het geluk vanuit het vervullen van je potentie. Voor het stellen van doelen is het van belang om te weten waar je kwaliteiten en zwakke kanten liggen, hiervoor is dus enige zelfkennis noodzakelijk. Doelen kunnen bijdragen aan een gelukkig leven als ze passen bij je kwaliteiten en hierdoor haalbaar zijn. Als doelen vanuit intrinsieke motivatie tot stand komen is er tevens geen externe beloning nodig en kan deze juist averechts werken, echt doen wat je leuk vindt loont dus al genoeg (Style, 2013).

Naast het hebben van een richting in je leven blijkt uit verschillende bronnen dat de invulling van de vrijetijdsbesteding een correlatie heeft met geluk (Dijksterhuis, 2015; Diener, Seligman, Choi, Oishi, 2018 ). Volgens Diener et al. (2018) hangt het leren van nieuwe dingen en kiezen hoe je je tijd doorbrengt samen met het welbevinden. Ook Dijksterhuis (2015) heeft het uitvoerig over de vrijetijdsbesteding en onderscheid hierbij voornamelijk de actieve en de passieve activiteiten van elkaar. Hieruit blijkt uit verschillend onderzoek dat er waarschijnlijk een verband is tussen met name actieve activiteiten en geluk, hierbij kan gedacht worden aan het uitvoeren van een hobby, oftewel een activiteit waaruit iemand ontspanning haalt. Opmerkelijk is dat we juist meer tijd besteden aan de passieve ontspanning, helemaal in de hedendaagse tijd en de toegenomen technologie.

Naast de doelen en de vrijetijdsbesteding is ook het sociale leven van invloed op het geluk. Volgens Diener et al. (2018) hebben de gelukkigste mensen een sterk sociaal netwerk en iemand op wie gerekend kan worden bij moeilijkheden. Dit idee bestaat al langer, Strack, Argyle, en Scwarz (1991) haalden in hun boek al aan dat er in 1976 al een verband werd gezocht tussen kwaliteit van leven en sociale relaties. Dit is natuurlijk niet verwonderlijk gezien het feit dat mensen van nature sociale wezens zijn en eenzaamheid en sociale isolatie vaak in verband is gebracht met depressie (Singh & Misra, 2009). Bij deze onderzoeken blijft het echter wel een kip-ei vraagstuk, hebben gelukkige mensen een sterker sociaal netwerk of draagt een sociaal netwerk bij aan het geluk, persoonlijk denk ik dat er een grote kans is dat het een wisselwerking betreft.