Geschiedenis van geluk

Het gevoel van geluk bestaat al ontzettend lang, maar het construct gelukt en de betekenis ervan is waarschijnlijk ontstaan in de tijd van de oude Grieken. Toen er van die mensen waren die lekker konden nadenken over het leven, oftewel de eerste ”echte” filosofen.

In de Klassieke filosofie hielde Plato, Socrates en Aristoteles zich allemaal al bezig met geluk. Plato zei dat iedereen intuïtief op zoek was naar geluk en hier kan ik mij wel iets bij voorstellen. Als je bijvoorbeeld hele erge honger hebt dan ben je ook niet erg gelukkig. Intuïtief ga je dan zorgen dat je eten krijgt en dit is al een gegeven zolang als de mens bestaat. Misschien gaat geluk om een bepaalde balans in je leven en lichaam, een homeostase van geluk, en pas je je gedrag en doelen aan om dit te bereiken.

Er waren twee visies op geluk, de hedonistische kijk en de eudaimonistische kijk. Vanuit het hedonisme ging geluk over genot, lust en plezier. Het leven in het teken van een zo hoog mogelijk genot en handelingen vermijden die pijn of leed veroorzaken. Naast deze visie bestaat ook het eudemonisme. Geluk in deze zin omvat het behalen van je potentie, en is meer gericht op het handelen als een streven naar iets. Genot is echter niet hetzelfde als geluk, we kunnen het namelijk uitstellen of afwijzen om geluk op de lange termijn te verwezenlijken. En ook met alleen het bereiken van je potentie wordt je niet per se gelukkig, maar daarover later meer. 

In deze tijd werd geluk meer gezien als een gegeven, de Goden hadden het voor je in petto of niet. Ook in het Christendom kwam dit voor, een goed leven leiden zou leiden tot geluk, in ieder geval dat hoopte je dan maar, en het geluk in het hiernamaals was belangrijker dan het geluk op aarde. 

Tijdens de Verlichting kwam hier verandering in en mocht de mens zelf centraler komen te staan wat ook van invloed was op de perceptie van geluk. Het was niet meer bestemd voor de Goden, het hiernamaals of moest verdient worden met hard werken. Het werd juist steeds meer gezien als een recht, en werd door Thomas Jefferson zelfs opgenomen in de grondwet als ‘’the pursuit of happiness’’.

Het menselijk geluk bestuderen vanuit een wetenschappelijk perspectief kwam vooral in de jaren 90 op gang waarbij Martin Seligman gezien wordt als grondlegger van de positieve psychologie. Hieronder zijn bekende anekdote wat hem hiertoe aanzette:

Twaalf jaar geleden kreeg ik een openbaring. Ik was in mijn tuin onkruid aan het wieden en werd daarbij afgeleid door mijn dochtertje van vijf, dat aan het dansen en zingen was. Ik verloor mijn geduld en snauwde tegen haar dat ze aan het werk moest gaan. Ze liep mokkend weg, maar kwam even later terug omdat ze met me wilde praten. “Weet je nog toen ik niets anders deed dan zeuren?” vroeg ze. “Op mijn verjaardag heb ik me voorgenomen om daarmee op te houden. Dat was het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan. Als ik kan stoppen met zeuren, kun jij ophouden zo chagrijnig te zijn.

Tot de dag van vandaag speelt een geluk een gigantische rol in ieders leven, of dit nu onbewust of bewust wordt nagejaagd, het beïnvloedt ons gedrag altijd.

Write a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *