Geluk en de wetenschap

Geluk is overal en positieve psychologie wordt gezien als de wetenschap van menselijk geluk. Het is een subjectief begrip en de beleving kan van persoon tot persoon verschillen, dit maakt het vanuit de wetenschap lastig om te onderzoeken. Het menselijk geluk bestuderen vanuit een wetenschappelijk perspectief kwam vooral in de jaren 90 op gang waarbij Martin Seligman een grote rol heeft gespeeld met de opkomst van de positieve psychologie. Vanuit de psychologie wordt er vaak gesproken van het welbevinden als er gesproken wordt over het verschijnsel geluk en de cognitieve en emotionele eigenschappen die hiertoe behoren (Style, 2011). 

Geluk is dan wel iets wat iedereen najaagt, we zijn ons er vaak niet bewust van op het moment dat we gelukkig zijn. Achteraf stellen we vaak dat we gelukkig waren op een bepaald moment in ons leven, maar in dit moment zelf hadden we dit niet altijd door.

Vanzelfsprekend zijn er een heleboel factoren die verband houden met iemands perceptie van zijn of haar geluk. Zo geeft Michael Argyle in zijn boek The Psychology of Happiness (2013) aan dat geluk beïnvloedt kan worden door een verscheidenheid aan factoren waaronder sociale relaties, werk, vrijetijdsbesteding, persoonlijkheid en karakter, maar ook de cognitieve processen van een individu. Volgens de positieve psychologie gaat geluk om een multidimensioneel construct en onderscheid het op basis van de definitie van de World Health Organization (WHO) drie componenten van het welbevinden; emotioneel welbevinden, psychologisch welbevinden en sociaal welbevinden. Hierbij komt het emotioneel welbevinden overeen met de hedonistische opvattingen van geluk zoals besproken in de geschiedenis van geluk en het psychologisch en sociaal welbevinden ligt in lijn met het eudemonisme (Bohlmeijer et al., 2013). 

Write a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *